Deel 5

23 april 2003, Swinoujscie(PL)

De douane en andere grensperikelen:

In Stralsund zitten we een paar dagen te wachten op redelijk weer om naar Polen te gaan. Als je dat doet verlaat je “Schengen” en moeten je je “Ausklarieren”. Als op eerste paasdag de Bundesgrensschutz, kompleet in uniform, langs komt willen we dat dus doen, want Stralsund is de laatste haven waar dat kan. Ze willen echter niet omdat we pas morgen weggaan. Dat is verder geen punt want morgen sind die Kollegen wieder da.

De volgende morgen sind die natürlich nicht da en meren we na de brug illegaal af bij een museum op het eiland Dänholm en lopen we een bloedeind naar het Zollamt.
We bellen aan, vertellen het verhaal. Ich schicke die Kollegen sofort! En inderdaad, als we net terug zijn komen twee invalkrachten, rechtstreeks achter een bureau vandaan geplukt aan de kleding te zien, om ons aus te klarieren. Het is voor hen, net als voor ons, de eerste keer dat Sie so etwas machen. Onze vraag welke papieren ze nodig hebben kunnen ze niet beantwoorden. Wij hebben onze bemanningslijst klaarliggen maar dat kennen ze niet. Uiteindelijk gebruiken we die toch, laten er stempels en handtekeningen op zetten en nemen allebei een exemplaar mee. Het lijkt natuurlijk nergens op maar het staat wel officieel.

Van Stralsund naar Kröslin is een mooie maar zware tocht met aan het eind van de dag bft 6 op de kop. Rens steekt nog een boei binnendoor met meer dan 6 knopen snelheid, we worden ongeveer 40 centimeter omhoog gezet en duiken voorover hartstikke vast op de Greifswalder Bodden. Met veel geweld en de zeilen snaarstrak komen we plat genoeg om van de bult af te komen. Niet te geloven hoe strak die boei op de ondiepte zelf is gelegd. Kröslin is een mooie haven maar een plaatsje van niks. Zelfs de kroeg ontbreekt(failliet). Rond twaalf uur varen we weg na water en diesel te hebben getankt. We weten niet of en hoe dat verder te krijgen is. 

Als we tegen zessen de haven van Swinoujscie naderen melden wij ons netjes via de marifoon bij Port Control en krijgen toestemming binnen te varen. Wel moeten we ons ook op kanaal 10 melden bij de douane. Zo gezegd, zo gedaan. Als we een paar vragen stellen wordt de engelse taal te moeilijk. De beambte valt stil en we moeten maar gewoon afmeren voor het douanekantoor en daar praten we dan wel.
Een van de heren staat ons op te wachten aan de kade. We moeten onze vlag achter op het schip helemaal uitspreiden zodat ze onze nationaliteit konden vaststellen. Vervolgens werden we begeleid naar het kantoor. En onooglijk en armetierig gebeuren maar wel wordt met trots erop gewezen dat er een damestoilet is! We moeten plaatsnemen in twee aftandse fauteuils en het handen en voetenwerk begint om duidelijk te maken wie we zijn, waar we heengaan en wat we willen. Met een stempel in ons paspoort op de bladzijden waar normaal de kinderen worden vermeld zijn we officieel toegelaten in Polen. Of we iets aan te geven hebben?
Nee, we hebben wel wat tabak en alcohol aan boord, maar dat is voor eigen gebruik. (natuurlijk hebben we meer dan mag, maar ja). Dat vinden de heren wel interessant. Of er wellicht nog een flesje te missen is om de lange wachturen te veraangenamen. Dat is er, en een van de drie loopt graag nog even mee terug naar de boot. Met een fles en een paar blikjes bier hebben ze denken wij een prettige avond gehad. We worden tenminste zeer enthousiast uitgezwaaid.

Als we Swinoujscie verlaten moeten we melden waar in Polen we naar toe gaan. Dat kan via de marifoon behalve als beambte 1 er niet is, want dat is de enige die een beetje engels spreekt. In dat geval  moeten we afmeren en op de kaart aanwijzen wat de bestemming is. Is dit niet prachtig allemaal, toch!!! 

De “marina”  in een voormalige Russische marinehaven (en dat zie je), is ook al weer zo’n fraaie ervaring: de havenmeester staat op de – moderne- steiger te wachten om een lijntje aan te nemen. Dan wordt het pas echt lachen: Hij kent drie woorden duits: Name Boot; Name Kapitän en Kaution. Wij mogen onszelf met naam en naam van de boot inschrijven in een soort kasboek dat in 1850 bij banken in Nederland in gebruik was. De lengte van de boot in meters, hoe lang we blijven, hoe hoog de Kaution is voor de sleutels van het toiletgebouw wijzen we aan op de kalender die aan de muur hangt. We liggen verder wel gratis. Pas vanaf 1 mei moet er worden betaald.
Het lijkt wel veilig: er is 24 uur per etmaal bewaking en dat voor ons alleen, want we zijn het enige schip in de haven. ’s-Nachts wordt er elk half uur een ronde gelopen  door een jonge man met hond. De hond is heel lief en vindt het heerlijk om te worden aangehaald.

Vandaag gaan we de stad maar eens verkennen en aan Zloty’s zien te komen.

.

23 april

 

 Terug naar het overzicht